Wanneer ik schrijf over Nieuwe Orde, bedoel ik hiermee – op dit moment – geen uitgewerkt en samenhangend toekomstbeeld voor maatschappij en economie. Ik ben opgegroeid in een tijd van grote ‘ismen’ als communisme, liberalisme, fascisme en socialisme, en het kostte mij een tijdje om te beseffen dat we momenteel geen groots nieuw vervangend ideologisch maatschappijbeeld hebben. We bevinden ons echt in een transitie naar een toekomst die zich langzaam ontvouwt, zonder duidelijke contouren.
Wat ik wel zie is dat er steeds meer ruimte ontstaat voor het besef van onze onderlinge afhankelijkheid als mensen, voor de sociale aspecten van ons mens-zijn, én voor een natuurlijker positie van de mens in zijn omgeving. Ik zie als tekenen hiervan, in Europese landen, bijvoorbeeld: een roep om meer inclusieve democratie (zoals burgerberaden), groei van coöperaties (voor energie, wonen, zorg), toenemende belangstelling voor bewustzijnsgroei, de degrowth-beweging, groeiende aandacht voor het herstellen van de onrechtvaardige effecten van het kolonialisme, herwaardering van inheemse wijsheid, bewustwording van de nadelen van consumptiegedrag, interesse in regeneratieve landbouw, groei van de markt voor biologische en plantaardige voeding, en een radicalisering van het verzet tegen zwak klimaatbeleid. Dit geluid wordt sterker en doet iets met de ordening zoals we die kennen.
Ik noem dit een ‘Nieuwe Orde’ omdat het de verhoudingen tussen instituties (zoals de overheid), bedrijven, de planeet en burgers opnieuw vormgeeft. Soms mag de overheid steviger plek innemen als hoeder van het algemeen belang ten koste van de markt, soms is er meer ruimte nodig voor burgers ten koste van de overheid, sowieso is meer ruimte nodig voor de planeet en hoewel ondernemen leuk is, is niet alles in de wijken te vangen in een commercieel denkraam. Het is goed om bewust over deze Nieuwe Orde na te denken tijdens het strategieproces en bij te dragen aan een ontwikkelrichting die ruimte aan biedt aan deze herordening.
Wat doet deze transitie in de wijk? Niet op alle wijkelementen is er evenveel expliciete invloed, dus ik licht alleen de highlights er uit.
-Andere bewoners
Wat ik in het algemeen in wijken proef, is een sluimerend ongemak: een mix van onvrede en wantrouwen. Dit komt mijns inziens doordat de neoliberale belofte van vrijheid en welvaart niet is uitgekomen zoals gepredikt en verwacht. Dat ongemak kan door gebeurtenissen gemakkelijk worden aangewakkerd tot polariserend protest. Maar wat ook zichtbaar is, is veel eigen initiatief door bewoners wat leidt tot een constructieve energie in de wijken. Juist die energie heeft veel waarde en veel potentie. De burger als consument van overheid (die alles regelt) en markt (die alles aanbiedt) blijkt geen compleet model. De burger als mede-maker is hard nodig in de Nieuwe Orde. Hiervoor moeten de overheid en ook andere institutionele organisaties zoals corporaties, zorginstellingen e.d. een faciliterende rol vormgeven en versterken.
Dan blijkt dat bewoners niet alleen individuen zijn die keuzes maken op basis van eigenbelang, zoals het neoliberalistisch paradigma vertelt, maar er is dan ook aansluiting bij het oeroude besef dat mensen sociale wezens zijn, die graag iets met en voor elkaar doen. Het is een nieuw bewustzijn over mogelijkheden van eigen regie en coöperatief ondernemen, dicht bij huis.
Mensen in de wijk verrassen mij altijd positief: als je de juiste snaar raakt, doen zij mee aan activiteiten voor de wijk en dragen zij bij aan de gemeenschap. Het gaat er dus om bewoners verantwoordelijkheid te geven voor bepaalde aspecten van het wijkleven.
En nee, beste gemeente, corporatie of andere organisatie in de wijk, die nieuwe orde, waarbij bewoners nadrukkelijker een plek aan tafel hebben, komt niet vanzelf. Dat is ook aan de kant van bewoners wennen. We zitten immers nog maar aan het begín van deze transitie.
-Vastgoed
De error van kapitalisme en neoliberalisme als het gaat om woningen is: de wooncrisis. Het ontbreekt in steden aan de juiste woningen, aan betaalbare woningen en aan genoeg woningen, en tegelijk staan veel woningen leeg. Deze crisis is nog niet voorbij. De Nieuwe Orde gloort bij initiatieven zoals wooncoöperaties en community landtrust, die grond ‘uit de greep van de markt’ halen.
Als het gaat om bedrijfsonroerend goed, dan zijn eigendom enerzijds en gebruik en zorg anderzijds los van elkaar komen te staan. Vastgoed met een bepaalde waarde in een portefeuille hebben is nog steeds interessant (als internationaal vastgoedbedrijf), zelfs als een pand langdurig leeg staat. En ondertussen voelt de wijk onveilig aan door een verloederd en/of leeg gebouw. Vooralsnog is het vooral de gemeente die hierin een steviger positie kan kiezen. Een paar instrumenten die tot de beschikking staan zijn: aanschrijvingen, voorkeursrecht, beeldkwaliteitskaders (óók voor te vernieuwen vastgoed), strategische aankoop en verkoop van gemeentelijk vastgoed t.b.v. buurtontwikkeling, grondprijzenbeleid en kwaliteitseisen in tenders. Er zijn meer mogelijkheden om in de wijk te sturen dan nu vaak worden ingezet.
-Openbare ruimte
Vrijwel alle gemeenschappelijke zaken in de openbare ruimte van energie, openbaar vervoer, groenvoorziening en afvalverwerking zijn geprivatiseerd of gevangen in key performance indicators (KPI’s). Het effect daarvan in de wijken is dat er een gat zit tussen de bewoners en de bedrijven/de KPI’s. Het marktdenken is doorgeslagen. In vrijwel alle wijken waar vernieuwing nodig is, zijn afval en vuilnis op straat bijvoorbeeld een terugkomende klacht. Ze zijn het resultaat van ons overdadige koopgedrag en van het idee dat het afval iemand anders’ verantwoordelijkheid is. De KPI schrijft misschien voor dat een prullenbak een keer per week geleegd moet worden, maar het bankje naast de prullenbak is populair. Buurtbewoners weten dat, een KPI niet. In een wijkvernieuwing die het ontstaan van de Nieuwe Orde stimuleert is zeker ruimte voor meer verantwoordelijkheid van bewoners en voor de functie van b.v. een ‘buurtconciërge’. Of, met andere woorden: er is ruimte voor meer initiatief tussen de consumerende bewoner en de marktpartijen. Dit kan overigens ook de vorm aannemen van: zelfbeheer van corporatiewoningen, groenbeheer door bewoners, een energie-coöperatie etc.
-Voorzieningen
In de wijk-economie is de impact voelbaar van wereldwijde fusies om middels schaalgrootte hogere winstcijfers te laten zien, als typische exponent van kapitalisme en liberalisme. Hierdoor is de lokale winkel vaak niet meer lokaal, is het gezondheidscentrum onderdeel van een keten, en zelfs de welzijnsorganisatie is in de greep van KPI-denken. Er verdwijnen regelmatig voorzieningen, en met het verdwijnen van de lokale bank of het postkantoor verdwijnt ook een ontmoetingsplek en wat sociale controle. En als in de wijk vernieuwing nodig is, is de betrokkenheid van deze niet-lokale partijen over het algemeen laag. Ook hier kan de Nieuwe Orde ruimte bieden aan wat bewoners zelf opstarten. Het zou voor veel wijken in meerdere opzichten goed zijn als er ruimte werd gecreëerd aan kleine economie door wat losser in handhaving van regelgeving te zijn (dus wat minder aanwezigheid van overheid): een fietsenmaker vanuit de garagebox, BBQ-kip verkopen vanaf het gras tussen de portiekflats, in het weekend geknipt worden in een leegstaand pand, een speeltuin waar pannenkoeken worden verkocht, buurt-klushulp etc.